Het doel is verbeteren van de Nederlandse taal van de allochtone/analfabete medewerkers. Anderzijds kunnen de taalmaatjes de eigen kennis en kwaliteiten inzetten voor hulp aan een collega.
Allochtone collega’s spreken beter Nederlands. Autochtone collega’s werken aan het verbeteren van lees- en/of schrijfvaardigheid. De taalmaatjes ondersteunen collega’s, en ontwikkelen daardoor ook nieuwe competenties of andere netwerken. Door taalmaatjes ontstaat meer begrip en integratie van medewerkers van verschillende culturen op de werkvloer.
De medewerker wordt een taalmaatje van een van de (allochtone of analfabete) collega’s. Het taalmaatje helpt bij het oefenen van Nederlands op de werkvloer. En oefent regelmatig met de collega door bijvoorbeeld één keer in de week met elkaar te lunchen.
Groepsactiviteit:2-6 personen
Langdurig en kortdurend werkverband
Voorbereiding: 0-2 uur
Duur activiteit: 4 uur of meer
Belangrijk bij de begeleiding van de taalmaatjes is zorgen voor een goede match.
Mogelijk is ondersteuning van de medewerker nodig bij het in de praktijk brengen van het “taalmaatje” zijn.
Mogelijkheid om apart te zitten. Dat kan op de afdeling, maar ook in de kantine.
Bijlage: Stappenplan ter ondersteuning van het taalmaatje
Bijlage: Voorbereiding kennismaking
Bijlage: Tips voor Taalleren
n.t.v.
n.v.t.
Met vragen over SBCM kunt u contact met ons opnemen.
T: (070) 376 58 47
M: info.sbcm@caop.nl
Dit is een activiteit van Cedris en SBCM in het kader van het kennispartnerschap voor sociale werkgelegenheid